Salkantay trektocht naar Machupicchu
Door: jefkebeerends
Blijf op de hoogte en volg Jef
13 September 2011 | Peru, Cuzco
Na op 6 september nog een dagexcursie te hebben gemaakt naar een aantal Inca bezienswaardigheden in de omgeving van Cusco, wat weer zeer de moeite waard was en me nog meer nieuwsgierig maakte naar de tocht richting Machupicchu (wat zoveel betekent als grote piek) werd ik woensdag de 7e om stipt 05.30 bij mijn Ninoshotel bepakt en bezakt afgehaald voor een bepaald onlogische rondrit door Cusco voor het oppikken van een aantal andere reislustigen. Vervolgens vertrokken we pas tegen zevenen met een andere bus van Cusco (3250m) naar Mollepata (2900 m) waar ik met een ontbijt van Peruaanse platte broodjes met jam en warme chocomelk werd opgewacht en kennismaakte met mijn 12 medereisgenoten (in de leeftijd tussen de 24 en 32 jaar jong) en de 2 gidsen die ons de komende vijf dagen zouden begeleiden. Twee enthousiastelingen, de een, een jongen van 21 en de ander, Walter, een ervaren gids van 35, die zich een rechtstreekse afstammeling van de Inca’s noemde. Jonge reisgenoten dus, die me warm welkom heetten en met wie ik me meteen op m’n gemak voelde. Vervolgens moest de bagage gewogen worden die door de paarden zou worden vervoerd, en niet meer dan 5 kg mocht zijn. Ik had m’n grote rugzak mee voor het paard en een kleine voor de spullen die ik overdag nodig had. Toen mijn rugzak aan de beurt was liep de weger weg en woog ik zelf de grote rugzak die ruim 9 kilo bleek te wegen. Ongehinderd m’n rugzak bij de andere gelegd en bedacht de paardenman een extra tip te geven na afloop. Even over negenen begon onze wandeltocht uit Mollepata (2900 m) via Sayllapata (3500 m), alwaar we een prima lunch kregen, naar Soraypampa (3900 m). Een tocht die voor een deel, op mijn favoriete shortcuts na) langs een stoffige Peruaanse bergweg voerde, waar helaas ook af en toe een veel stofopwaaiende auto langs kwam. Mooie natuur, op een gegevne moment geen bomen en struiken meer, maar bergen alom en een gestaag stijgend pad, want we kwamen een kilometer hoger uit dan we begonnen. Bij elkaar ruim 7 uur gelopen en 19 kilometer afgelegd hebbend kwamen we tegen 5 uur op de campingplaats waar de tenten werden opgezet en ik, bofkont, geen tent hoefde te delen. Wat overigens aan mijn slaapprestaties niks veranderde, want sliep elke nacht nauwelijks, was klaar wakker; ik kan me gelukkig erg goed meditatief ontspannen om weer fit en goed gehumeurd op te staan. Maar ik loop vooruit. Eerst de tent ingericht en bleek ik, sukkel, i.p.v. mijn slaapzak mijn geweldige matrasmat (matjes zouden worden verstrekt…) te hebben ingepakt. Gelukkig bleek ik bij de campingbazin een slaapzak te kunnen huren voor slechts 60 soles (20 euris!), en had ik m’n eigen zijden binnenzak én een fantastische matras (bofkont). Om zes uur (dan is het donker) werd het eten geserveerd dat erg eenvoudig edoch prima was. Elke dag ’s middags en ‘s avonds soep waarna rijst met groente en aardappel, afgewisseld door paste met groente en aardappel. Met mij was gelukkig een van de dames ook vegetariër, dus was ik niet de enige uitzondering en ontstond er een goed gesprek over het achterlijke vleesgebruik in de wereld, bleken de meesten zich er wel van bewust te zijn dat elke dag vlees eten onnodig is en het dierenwelzijn te wensen overlaat. Bewustzijn blijft een lekker onderwerp. Want al snel ging het in het groepje om mij heen ook over religie, corruptie, kernenergie, maar vooral over vakantie. Bijna allemaal reislustigen die al meer van de wereld gezien hebben dan ik trouwens. Zeven van onze hele groep waren met een wereldreis bezig en bleven meer dan een half jaar van huis, twee zelfs een jaar! Geen van m’n reisgenoten had overigens nog kinderen. Ik was echt de grote uitzondering, maar kon gelukkig meepraten over Nepal, India en Thailand… en het hebben over Libië, daar was nog niemand geweest (-: Na het eten zijn we aan het kaarten geweest, een Israëlisch spel, was lachen. Om tien uur lag ik in bed en werd het zacht gezegd frisjes. Ik heb het gelukkig niet echt koud gehad zoals de meeste.
Om half 6 weer op, me aangekleed en met zo’n opfrisdoekje opgefrist, (en, niet onbelangrijk, elke ochtend, voor vertrek kunnen poepen, wat echt een opluchting is….), elke dag ontbijt met dezelfde platte broodjes met jam en chocomelk en, wat ook niet onvermeld mag blijven, bij elke maaltijd thee getrokken van cocabladeren. Cocabladeren had ik zelf ook bij me en die kauwde ik tijdens de tochten als pruimtabak. M’n slechte slapen zou ook daarmee te maken gehad kunnen hebben, werd gesuggereerd.
Dag 2 vertrokken we om half zeven voor een zware dagtocht van 21 km van Soraypampa (3900 m) naar Chaullay (2900m). Het werd een dagtocht op een echt smal en af en toe stijl bergpad dat ons voerde over de Salkantaypampa, waarvan het hoogste punt over de pas die we namen 4650 meter hoog was. En daar liepen we dan 5 uur later, na een klim van 1750 meter tussen de eeuwige sneeuw van de Salkantay (6264 m!) direkt links en rechts van ons, wat echt wel indrukwekkend is. Maar helaas ook hier het bericht dat de sneeuw aan het smelten is en zich elk jaar meters hoger terugtrekt. Laat ik het hebben over de klim. Gelukkig bleek m’n conditie prima en had ik geen last van hoogteziekte (ik heb de pillen nog niet gebruikt), ging het lopen me uitstekend af, kon ik het tempo goed bijhouden, liep meestal bij de voorste groep (we moesten bij een tussenstop na een tot anderhalf uur lopen meestal niet langer dan 5 tot 10 minuten, een enkele keer tot 20 minuten) wachten op de anderen. De laatste paar honderd meter tot de pas werd het echt moeilijk, kwam ik af en toe adem tekort en werden m’n benen wel erg zwaar; moest ik na een minuut of 4 tot 5 even stilstaan om bij te komen tot m’n adem en hartslag weer onder controle waren. Gelukkig was ik niet de enige! Het was een overwinning de pas te bereiken en daar over de wereld te kunnen uitkijken. Het was de hele dag goed weer, half bewolkt en niet al te veel wind. Maar ja, daar op dat tochtgat stilstaan in een natbezweet T-shirt is ook niet alles, dus zijn we al weer snel doorgelopen, nu eindeloos lang bergafwaarts, eerst naar Huayracpampa (4000 m) waar we de lunch gebruikten. Toen volgden we al een tijdje de Lluskamayu River, die we ook de verdere middag en de volgende dag de hele dag stroomafwaarts zouden volgen. Nu liepen we in wat het regenwoud genoemd wordt, tussen bomen en struiken, prachtige bloemen, w.o bijzondere orchideeën (er schijnen hier 372 soorten te vinden te zijn). De rivier, en dus ook de berghellingen, zijn in dit jaargetijde erg droog, maar het regenwoud zelf houdt veel water vast. Dus ook veel muggen! Ik had een goed spulletje gekocht, maar vond toch de nodige (letterlijke) beten die een klein rood rond gaatje achterlieten en gelukkig niet jeukten. Hier werd me duidelijk hoeveel schade er ontstaat als zo’n regenwoud wordt gekapt. Want als het regenseizoen aanbreekt en het onophoudelijk begint te gieten (met name de hele maand december), dan wordt de rivier een gevaarlijk beest en stroomt (waar geen bomen en struiken staan)de aarde van de rotsen naar beneden tot er een kale berg overblijft. En toch wordt er in de lagere streken van het regenwoud gekapt, voor het hout en om veeteelt te beginnen. Hoe achterlijk…. Maar daar hadden we het onder het eten dus al over gehad. Hoe lager we kwamen hoe warmer het werd, een compleet andere temperatuur toen we op de camping, 1750 meter lager dan de pas die we hadden overgestoken, aankwamen.
De volgende dag werd uitgeslapen en vertrokken we pas om 9 uur van Chaullay (2900 m) de Lluskamayurivier verder stroomafwaarts volgend naar Santa Teresa (1900 m), dat 33 kilometer verder ligt. Het werd een relatief korte mars van 13 km via Sahuayacu (2520 m) waar we de lunch gebruikten naar Playa (2400 m) - dat zo genoemd wordt omdat het er zo droog is en aan een grote zandvlakte grenst - waar we met een busje werden opgehaald die ons verder naar de camping in Santa Teresa bracht. Na de tent te hebben ingericht vertrokken we met hetzelfde busje naar ’n een paar kilometer verder gelegen heetwaterbron waarin we ruim anderhalf uur hebben liggen dobberen. Nou had ik wel aan een zwembroek gedacht en die aangetrokken, maar niet aan een droge broek voor de terugtocht. Dus dat werd tamelijk koud aan de billen tijdens de terugtocht… Die avond was er kampvuur en werd het een feestje, voor velen met wat drank. Met name voor een jongeman die bij ons groepje werd gevoegd en de rest van de tocht met ons zou meelopen. Ja, die moest dus bij mij in de tent, waar hij rond half twee met een kegel bier arriveerde. Nu was ik zo lief geweest zijn matje uit te rollen en er zijn slaapzak open op te leggen, zodat hij grommend ‘danke’ zeggend (hij was een Duitser) zich kon neerleggen en meteen in slaap viel. Gode zij dank snurkte hij niet….
De vierde dag werd een dagmars van 25 kilometer over een licht stijgende en dan weer dalende weg van Santa Teresa, via Mandor waar we de lunch gebruikten, naar Aguas Calientes (2000 m), dat ligt aan de voet van de Muchupicchu. Naar Mandor was voornamelijk over de stoffige weg, waarover gelukkig weinig verkeer; maar toch. Pas na de lunch werd het echt de moeite waard, want ging het weer over een bospad door het regenwoud, nu langs de Urubamba rivier en langs de treinbaan. Er kwam 3x een trein langs, wat op zich al een belevenis was. Een 0,10 soles munte op de rails gelegd waarna de trein er een prachtig glimmend gewalst koperplaatje van maakte, dat ik de volgende dag, met 8 verschillende kleuren steentjes die ik onderweg had gevonden, zou offeren op ‘de heilige berg’. In Aguas Calientes dat uitsluitend uit souvenirwinkels, restaurants en marktjes bestaat en helemaal niets heeft van de sacrada Incasfeer die rond het hele Incatijdperk geweven wordt. Ja een raar sfeertje daar dat enerzijds veel heeft van het toeristische Zandvoort en Marken, maar anderzijds word bevolkt met mensen die of moe zijn van hun wandeling de berg op, dan wel nerveus zijn voor de tocht die ze gaan maken. Overigens sliepen we hier in een hotel en deelde ik m’n kamer met een zeer rustige Fransman. Na onze spullen op de kamer te hebben gebracht tijd om het dorpje te bezoeken. En zo werd ook ik een souvenirjager die helemaal opgewonden werd van de vele prachtige stenen en stenenbollen die er te koop lagen. En inderdaad een prachtige bol gescoord, een fossiel, te gek en redelijk uniek omdat die meestal niet in bolvorm worden gemaakt. Die avond was onze laatste gezamenlijke maaltijd, gezellig en lekker. Met name een Duitse en een Japanse vrouw uit het gezelschap waren ‘maatjes’ geworden, fijne gesprekken mee gehad en ja, dan houdt het op.
Want de volgende morgen, de laatste dag van onze reis, vertrokken we al om kwart over vier voor de 400 meter steile klim naar de Machupicchu, eerst over de weg en daarna over een uit rotsblokken bestaande trap omhoog. Anderhalf uur later was ik boven en begon het licht te worden. Inmiddels begon de berg vol te stromen. Hier kon Walter zijn laatste kennis over het Incagebeuren aan ons kwijt. Een mooi verhaal over een volk dat tenminste eer afdwingt over de manier waarop zij hun cultuur hoog in de bergen van de Andes hebben gevestigd. Wat ik tenminste ook indrukwekkend vind is de sociale opbouw van hun leefgemeenschap. Geld kenden ze niet. Iedereen moest zich inzetten voor de gemeenschap, een soort van dienstplicht waar niemand zich aan onttrekken kon. Deze vorm van ‘belasting’ zorgde ervoor dat tempels, huizen, wegen, stadsmuren etc. werden gebouwd en onderhouden, er nachtwacht, brandweer, scholing etc. was en het land op de terrassen gezamenlijk werd bewerkt. Daarnaast was er het onderlinge ruilverkeer van diensten en goederen waarbij iedereen iedereen nodig had. Er heerste een vorm van grote samenhang en gelijkwaardigheid naast een vorm van moreel besef. En een beetje goddelijke status van de leider natuurlijk, want: de natuurlijke leider; zoals dat ook gaat in een kudde koeien…. Religieuze rituelen maakten een belangrijk deel uit van de cultuur en het dagelijkse leven. Wat allemaal prachtig is natuurlijk, incluis de offers die werden gebracht, w.o. jonge maagden, daartoe ‘opgeleid’ door de priesters. Laat duidelijk zijn, het was een noodgedwongen samenhang van een volk dat op wrede wijze geheerst heeft over de volkeren die ze overwonnen hadden. Het goede van het verhaal is het begrip ‘samen’. Wat ‘samen’ werkelijk is moet nog worden uitgevonden. Toch had ik dat gevoel een beetje, maar het viel ook meteen weer uit elkaar na het afscheid nemen. Want vervolgens gingen we individueel verder, een deel met groep 1 en een deel met groep 2 de naast de Michupicchu gelegen Huaynapicchu (kleine piek) op. Per dag mogen er maar 400 mensen die kleine piek op, de eerste groep van 200 om 7 uur en de 2e groep om 10.00 uur. Ik mocht om 07.00 uur naar boven, een klim van anderhalf uur naar de top, letterlijk, een plateau bestaande uit een schuine platte steen van één vierkante meter. En daar heb ik op een zijwal naast dat plateau een kring gemaakt van de 8 steentjes met in het midden het prachtig glimmende ronde koperen plaatje. En daar gewoon even dankbaar geweest … Ellendig dat het na een tijdje wat gedruppeld te hebben inmiddels al even flink aan het regenen was en ik midden in de wolken was terechtgekomen. Maar van in de wolken zijn heb ik toch een andere indruk dan op een steile wand te balanceren op glibberige bemodderde stenen. Dus ben ik maar aan de terugtocht begonnen via de kleine houten ladder, de kleine nauwe tunnel naar de steile uit de rotsen gehouwen trap naar beneden. Ja, ik was niet de enige, toch heb ik me erover verbaasd hoe relatief weinig mensen ik tegenkwam, zowel omhoog als naar beneden. In elk geval was het een heel bijzondere ervaring, m’n hoogtevrees af en toe flink onder m’n arm moeten nemen en blijven glimlachen naar de regen. Tamelijk nat kwam ik ruim 2 uur later beneden, op de Machupicchu, om me daar droog te wandelen, o.a. naar de zgn. Incabrug, een weg die letterlijk aan de steile wand is gebouwd en honderden meters boven de grond kilometers afstand overbrugt. Over hoogtevrees gesproken! En ik moest denken aan een huttentocht met Lena, Douwe en Bregt zo’n 25 jaar geleden in Oostenrijk, ook over zo’n pad uitgehakt in een steile wand. Daar is de Efteling kinderspel bij…
Om een uur of 3 de bus genomen naar Aguas Calientes, ik had geen zin om terug te lopen, daar wat gegeten met de 2 Japanse dames en verder nog wat te lummelen tot de trein zou vertrekken terug richting Cusco. We zouden elkaar als groep weer treffen bij het Hotel om onze spullen op te halen en daar de trein te nemen van 18.45 uur. Bij het station aangekomen bleek echter dat mijn trein als enige al om 16.45 was vertrokken. Een poging m’n kaartje te ruilen bij de kassa mislukte, m’n trein was vertrokken, het kaartje verder ongeldig en ik moest maar een nieuw kaartje kopen van 40 dollar. Bovendien kon ik dan niet om 18.45 mee, want die trein was vol. Vervolgens heb ik heel lief naar boven gekeken, m’n stoute schoenen aangetrokken en naar de trein gelopen die inmiddels op het punt van vertrekken stond naar Ollantaytambo, vanwaar we met een bus naar Cusco zouden worden vervoerd. M’n trein missen betekende ook die busaansluiting missen… Om een lang verhaal kort te maken, bij de trein stond een engel van een vrouw die ging kijken wat ze voor me kon doen. Er bleken een paar passagiers niet te zijn komen opdagen en ik mocht toen de trein ging vertrekken hun plaats innemen. In Ollantaytambo kon ik de buschauffeur met 20 soles ompraten ook mij mee te nemen naar Cusco, waar ik rond 12 uur in m’n bed stapte en echt in slaap viel.
Morgen vertrek ik voor 3 dagen naar het Titikakameer of Titicacalake. Daarna de 10daagse pelgimage. Wat een avontuur. Mij gaat het goed!
Nogmaals, abrazzo,
jef
Foto's van de trektocht zijn geplaatst op www.picasaweb.google.com/jefbeerends
-
14 September 2011 - 20:23
Ingrid:
...kan natuurlijk niet nalaten hier ook een reactie op te geven want waande mij weer in Machupicchu. Herinner me niet dat ik last had van hoogtevrees, gek. Ik liep daar alleen rond met Martin destijds omdat we vanaf een nog hogere top afdaalden, heel vroeg in de morgen. De toeristen werden rond 11 uur met een bus aangevoerd vanaf het dal. ook acquas calientes na afloop bezocht, heerlijk die warmte na een tocht van 5 dagen! Dus Jef, dank voor je verslag, fijn om te lezen hoe goed je het hebt. Voor mij was deze tocht 1 vd hoogtepunten in mijn leven, xxx Ink
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley